Handelsmissies helpen ook mkb’ers met hun internationale kansen

Handelsmissies vergroten de kans van deelnemende bedrijven om te gaan handelen met of investeren in het land dat wordt bezocht. Dat blijkt uit onderzoek dat het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft gedaan in opdracht van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Opvallend: handelsmissies zijn er niet alleen voor grote bedrijven.

Handelsmissies kunnen bedrijven helpen om contacten te leggen en nieuwe buitenlandse markten te verkennen en te betreden. In de periode 2008-2022 hebben ruim 4 duizend verschillende Nederlandse bedrijven minimaal een keer deelgenomen aan 192 verschillende handelsmissies onder leiding van een minister of staatssecretaris.

Missiedeelname verhoogt de kans dat bedrijven gaan handelen met het bestemmingsland met ruim 7 procent en de kans dat zij er gaan investeren met 2 procent. Na deze ondersteuning zijn deze nieuwe handelaren vervolgens net zo succesvol als onafhankelijke starters. Startende investeerders die na een handelsmissie gingen investeren, blijven zelfs significant langer actief in het bezochte land dan bedrijven die zijn gaan investeren zonder die markt eerst bezocht te hebben middels een handelsmissie.

 

Handelsmissies niet alleen voor grote bedrijven

Gemiddeld was twee derde van alle missiedeelnemers in de periode 2008-2022 een zelfstandig midden- of kleinbedrijf. Dit aandeel is door de jaren heen gegroeid van 63 procent in 2010 naar 75 procent in 2022. Zelfstandige mkb’ers hebben gemiddeld een grotere kans om binnen twee jaar na een missie te beginnen met handelen dan grootbedrijven: 8,9 procent tegenover 6,2 procent.

Zelfstandige mkb’ers hebben dus het meeste te winnen bij deelname aan een handelsmissie. Dit is logisch, gezien het doel van handelsmissies, namelijk om informatie in te winnen over bijvoorbeeld mogelijke leveranciers, afzetmarkten of lokale regelgeving. Voor bedrijven met de grootste informatieachterstand is doorgaans de meeste winst te behalen, zo blijkt uit dit en vergelijkbaar academisch onderzoek.

 

Volgens het CBS hebben zelfstandige mkb’ers het meeste te winnen bij deelname aan een dergelijke handelsmissie.

Enkele resultaten uit het onderzoek:

  • Missiedeelname verhoogt de kans dat bedrijven gaan handelen met het bestemmingsland met ruim 7%.
  • Binnen 2 jaar begint bijna 9% van de zelfstandige mkb’ers met handelen met het bestemmingsland.

Interesse in handelsmissies met bewindspersonen?

Momenteel staan 2 handelsmissies met bewindspersonen op stapel:

 

Digitale economie: doorschakelen of achterblijven

Column door van Stijn Butselaar*

Hoewel ik niets met auto’s heb moet ik bij onze digitale economie wel eens denken aan een Formule 1-auto. Want: we hebben een prima infrastructuur en een redelijk draaiende digitale economie, maar we zien ook dat we in Europa op het gebied van digitale technologie zijn ingehaald. Zo dreigen we onze goede positie te verliezen en worden we minder aantrekkelijk voor bedrijven die voor hun business steeds afhankelijker zijn van digitale middelen. Daar moet dus aan gesleuteld worden. Onder meer door te investeren in kwantum en artificial intelligence (AI). Die weg waren we al met het Groeifonds ingeslagen. Ik zeg ‘waren’, want de toekomst van het fonds is onduidelijk.

Scheuren in het wegdek

Nu wordt er door de private sector stevig in de digitale infrastructuur geïnvesteerd. Dan is het zaak dat er door lokale overheden ruimte wordt gecreëerd voor digitale netwerken en datacentercapaciteit. Helaas zien we daar wat scheuren in het wegdek. Het blijkt bijvoorbeeld moeilijk om ruimte te vinden voor datacenters en medewerking van instanties te krijgen voor het plaatsen van antennes. Zo wordt het lastig om snelheid te maken.

Mkb heeft zetje nodig

Ook is er aandacht nodig voor het mkb, als motor van de economie en bron van innovatie. Binnen het mkb liggen grote kansen om door digitalisering te zorgen voor een hogere productiviteit. Maar dat gaat niet vanzelf. Voor kennis en middelen is het mkb aangewezen op andere partijen, en veel kleinere bedrijven hebben een zetje in de rug nodig om überhaupt stappen te kunnen maken in digitalisering.

Talent achter het stuur

En net als in de Formule 1 is ook in onze digitale economie de menselijke factor uiteindelijk bepalend voor succes. Er is voldoende digitaal talent nodig. Dat kan door meer instroom van universiteiten, maar ook door het aantrekken van talent uit het buitenland. Op dat gebied moeten we wel kunnen concurreren met het buitenland.

Winnend over de streep

Dus ja, er zijn de nodige zorgen als we onze digitale economie winnend over de streep willen zien komen. Dat vraagt om goede samenwerking tussen bedrijfsleven en overheid, én een politiek die ons scherp houdt. Bijvoorbeeld deze week, als de Tweede Kamer zich over de digitale infrastructuur buigt. Hoe blijven we in de race?

*Stijn van Butselaar is Strategisch beleidsadviseur digitalisering bij werkgeversorganisatie VNO-NCW/MKB-Nederland.