Voor iedereen die kan werken maar het op de arbeidsmarkt zonder ondersteuning niet redt, is er de Participatiewet. Deze wet moet ervoor zorgen dat meer mensen werk vinden, ook mensen met een arbeidsbeperking. In 2015, toen de Participatiewet van kracht werd, spraken werkgeversorganisaties en het kabinet af dat er door particuliere- en overheidswerkgevers een extra inspanning zou worden gedaan om in tien jaar tijd – van 2016 tot 2026 – 125.000 extra banen te creëren, speciaal voor mensen die niet zelfstandig het wettelijk minimumloon kunnen verdienen en daardoor een afstand tot de arbeidsmarkt hebben.
Vrijwillig voor kleine bedrijven
Het gaat daarbij veelal om langdurig werklozen met een bijstandsuitkering. En het is voor het bedrijfsleven niet geheel vrijblijvend, want werkgevers met meer dan 25 werknemers in dienst moeten mensen aannemen met een arbeidsbeperking. Kleinere bedrijven mogen dit vrijwillig doen. De Banenafspraak bestaat inmiddels tien jaar en volgens de cijfers die het UWV ieder kwartaal publiceert, wordt nog steeds voortgang geboekt bij de realisatie van de doelstellingen. Dat is vooral te danken aan de inzet van dienstverleners zoals de Werkgeversservicepunten (WSPs), maar met name aan de werkgevers die openstaan om mensen te helpen die extra hulp nodig hebben om een baan te vinden en te behouden. Gelijktijdig zien we dat er in de afgelopen jaren ook andere doelgroepen op de arbeidsmarkt zijn die aandacht verdienen bij het verwerven van regulier werk. Denk daarbij aan 50-plussers, mensen in zogenaamde GGZ-trajecten en statushouders. Aan deze groepen wordt deze maand op initiatief van VNO-NCW in het kader van de ‘Maand van de 1000 Voorbeelden’ aandacht besteed. Dat gebeurt in iedere Arbeidsmarktregio in ons land, zo ook in Flevoland.
Onbenut potentieel
Waarom die speciale aandacht? Enerzijds om de Banenafspraak onder de aandacht te houden en anderzijds om sociale werkgevers erop te wijzen dat er een groot onbenut potentieel in de groep mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aanwezig is. Het effectief inzetten van dit ‘onbenut potentieel’ vraagt om een verandering in de wijze waarop er naar mensen en naar werk gekeken wordt. De nadruk moet daarbij niet liggen op de beperkingen of tekortkomingen waardoor de talenten ongezien blijven maar op de mogelijkheden en het benutten van kansen. Er bestaan inmiddels vele mooie voorbeelden van sociale werkgevers in Flevoland die laten zien dat ook mensen die langdurig aan de kant hebben gestaan uitstekend kunnen functioneren. Zij redeneren niet van de te vervullen functie, maar vanuit de uit te voeren taken. Met dit zogenaamde ‘job crafting’ en ‘job carving’ worden de werkzaamheden aangepast aan de competenties van de werknemer – en daarmee kunnen veel taken ingevuld worden die anders blijven liggen.
Meer weten over de inzet van onbenut potentieel? Neem dan eens contact op me het Werkgeversservicepunt Flevoland.