Overbelast energienetwerk belemmert groei mkb

De impact van het overbelaste energienetwerk op de bedrijfsruimtemarkt wordt steeds urgenter. Uit onderzoek van NVM Business en datadochter brainbay blijkt dat op ruim de helft (53 procent) van de bedrijventerreinen in Nederland geen capaciteit beschikbaar is voor de extra afname van elektriciteit. De problemen zijn het grootst in de provincies Noord-Brabant, Gelderland en Limburg. Daar is op meer dan 90% van de bedrijventerreinen geen nieuwe elektriciteitscapaciteit beschikbaar. Alleen in delen van Zuid-Holland, Friesland en Flevoland is er nog enige beschikbaarheid van stroom.

Voor ruim drie op de tien locaties geldt dat er voorlopig geen stroom beschikbaar is. Slechts 5 procent van de bedrijventerreinen beschikt over voldoende elektriciteit. Vooral het mkb wordt onevenredig hard getroffen en ook distributiecentra lopen tegen de grenzen van het energienet aan. Naast uitdagingen met het energienet is er een groot tekort aan beschikbare grond, waardoor het steeds moeilijker is geschikte en duurzame locaties voor bedrijfsruimtes en bedrijventerreinen te vinden. Bedrijventerreinen zijn cruciaal voor de economie, bieden een werkplek aan 30 procent van de beroepsbevolking en dragen 40 procent bij aan het Nederlandse bbp. Door het energie- en ruimtegebrek is de mogelijkheid voor het bedrijfsleven om te groeien of innoveren echter zeer gering en hapert het mkb als groeimotor van de economie. Dat blijkt uit het Bedrijfsruimtemarkt Rapport 2024 van NVM Business. Hierin duidt zij op basis van expertinterviews en data de ontwikkelingen in de bedrijfsruimtemarkt. 

Ook de Koninklijke Metaalunie maakt zich zorgen, want de mkb-maakindustrie heeft eveneens last van congestie op het elektriciteitsnet. Eén vijfde van de leden van Koninklijke Metaalunie zegt er problemen door te ondervinden, zo laat de Koninklijke Metaalunie weten. Tekorten op het netwerk stapelen zich op en bedrijven zetten nieuwe plannen daardoor steeds vaker ‘on hold’. Volgens de metaalunie gaan die problemen niet alleen ten koste van de individuele groeipotentie van ondernemers. Het zet ook de collectieve toegevoegde waarde voor de Nederlandse economie onder druk, meen de belangenbehartiger van de mkb-maakindustrie.

Dikwijls ligt bal bij de ondernemer

Volgens de Metaalunie moet het tempo om oplossingen te bieden veel hoger. Nog te vaak leggen netbeheerders de bal enkel en alleen bij de ondernemer om geduld en creativiteit te betrachten. Vervolgens weten ze de ondernemer bij de minste of geringste overschrijding te vinden met dreigend geformuleerde brieven.

Heb je als kleine mkb’er vragen over energie, neem dan contact met het Energie Expertisecentrum Flevoland.

Experts waarschuwen: mkb pas op met flitsleningen!

Ze lijken zo aanlokkelijk die kortlopende voorschotleningen die door betaaldiensten zoals YouLend, Adyen en Lightspeed aan kleine ondernemers worden aangeboden. De rentes van deze zogenaamde  flitskredieten liegen er echter niet om. Ze kunnen oplopen tot wel 50 procent. Dit meldt BNR, die de markt voor deze kasvoorschotten heeft onderzocht. Deze niche groeit snel, maar toezicht ontbreekt, wat zorgt voor aanzienlijke risico’s voor ondernemers waarschuwt BNR.

Kasvoorschotten is een Amerikaanse uitvinding en zijn in dat land omstreden. Extreem hoge rentes hebben daar al honderden bedrijven in grote problemen gebracht. Experts waarschuwen voor de risico’s vanwege de laagdrempelige manier waarop deze leningen worden aangeboden.

BNR komt met een schrijnend voorbeeld van de risico’s. Het gaat om ‘Boris’, een horecaondernemer die vorige zomer een kredietaanbod ontving van het Britse YouLend en alleen anoniem zijn verhaal wil doen tegenover BNR. Boris accepteerde de lening, zonder op de kleine lettertjes te letten. Met slechts een paar muisklikken had hij drie dagen later 29.000 euro op zijn rekening staan.

Hij had een effectieve terugbetaaltermijn van vier maanden geaccepteerd, met een jaarrente van 36 procent. Daar kon hij niet aan voldoen en zijn bedrijf ging daarom ook failliet. Hij staat persoonlijk garant waardoor er nu een boeterente van bijna 80 procent per jaar boven zijn hoofd hangt. Boris zit inmiddels zonder salaris en zijn doorstart dreigt te mislukken.

In Amerika voor de rechter, hier een groeimarkt

Naast Boris zijn er duizenden Nederlandse ondernemers die gebruikmaken van deze merchant cash advance, voorschotleningen. In Amerika worden inmiddels de kredietpraktijken voor de rechter gebracht, terwijl in Nederland de markt nog volledige vrij spel heeft.

Financiële dienstverleners die snel geld willen verdienen zien hun kans schoon. Adyen introduceerde in 2022 een kasvoorschot, gevolgd door Lightspeed in 2023. Achter deze anbiedingen gaat het Britse YouLend schuil, dat financiering aan ondernemers biedt via de bekende platforms zoals Mollie en Thuisbezorgd. In januari nog verkreeg YouLend maar liefst 4 miljard pond  (4,7 miljard euro) aan financiering van zakenbank J.P. Morgan, wat erop duidt dat de zakenbank een explosieve groei verwacht.

Hoe werkt een kasvoorschot?

Een kasvoorschot werkt simpel: een ondernemer ontvangt een voorschot van 10.000 euro tot enkele tonnen. Over dit bedrag betaalt hij een vaste commissie, afhankelijk van zijn kredietrisico. De terugbetaling gebeurt door een percentage van de kasstroom van de ondernemer af te romen. Van elke verkoop gaat een deel naar de financier totdat het totale bedrag is terugbetaald. Sinds de introductie van deze leningen in Nederland zijn er volgens BNR al duizenden verstrekt.

Stichting MKB Financiering waarschuwt mkb-ondernemers

In een reactie op de berichtgeving waarschuwt Ronald Kleverlaan van Stichting MKB Financiering (SMF) ondernemers voor de gevaren van kasvoorschotten. Hij raadt zzp’ers en mkb-ondernemers aan om alleen gebruik te maken van financiers die het Keurmerk Erkend MKB Financier hebben.

Accountants: winst van kleinere mkb-bedrijven blijft achter

Kleine mkb-bedrijven kunnen steeds minder investeren omdat hun winst achterblijft bij die van grote mkb-bedrijven. Een groot deel van de kleinste bedrijven ging er het afgelopen jaar zelfs stevig op achteruit. Dat verzwakt de innovatiekracht van de Nederlandse economie, meent de netwerkorganisatie van accountantskantoren SRA.

SRA onderzocht jaarrekeningen van ruim negenduizend mkb-bedrijven en daaruit blijkt dat neer dan de helft van de kleine mkb-bedrijven (met twee tot tien werknemers en een jaaromzet tot € 1 mln al  het derde jaar op rij minder winst boekt. Bijna vier op de tien kleine bedrijven zagen de winst vorig jaar zelfs met de helft of meer dalen.

“Dit is een trend die zorgen baart”, meent SRA. “Het lijkt erop dat het microbedrijf als aanjager van innovatie verstoken raakt van brandstof.” De microbedrijven, samen goed voor 83 procent van alle bedrijven met personeel in Nederland, zijn volgens de organisatie dankzij hun wendbaarheid vaak innovatief. Als de groei en innovatiekracht bij deze kleine bedrijven stokken, heeft dat volgens SRA consequenties voor de economie en slagkracht van Nederland.

Onder aan de streep blijft er van elke honderd euro omzet maar acht euro over

Met name bij de detailhandel, de horeca en de logistiek gaat het minder goed dan de voorbije jaren, zei Pieter van der Kwaak, bestuurslid van SRA voor de micirofoon van BNR. Maar of die winstdaling tot faillissementen zal leiden, is moeilijk te voorspellen meent hij. ”Onder aan de streep blijft er van elke honderd euro omzet maar acht euro over”, aldus Van der Kwaak. ‘En daar moet je nog belastingen over betalen en je investeringen mee doen. Het gevolg is dat ondernemers zo bezig zijn met overleven, dat ze niet toekomen aan creativiteit en nieuwe investeringen.”

Een factuur betaald krijgen duurt nog altijd langer dan dertig dagen

Bijna de helft van de Nederlandse bedrijven heeft ruim een maand nodig om zijn rekeningen te betalen. Eén op de acht bedrijven moet gemiddeld zelfs meer dan veertig dagen wachten totdat facturen betaald worden. Dat blijkt uit de FinTech Barometer van Onguard, op basis van gesprekken met ruim 300 financieel managers.

Kleine ondernemers moeten aan de bel trekken

Vooral de betaaltermijn van grotere afnemers aan kleine bedrijven is het afgelopen jaar opgerekt. Door deze inkoopmacht voelen veel leveranciers zich gedwongen om akkoord te gaan met de voorwaarden van de afnemende partij, zegt Leendert-Jan Visser, directeur van MKB-Nederland. Betaaltermijn van dertig dagen. Hoewel ook grote bedrijven gebonden zijn aan een betaaltermijn van dertig dagen, blijken kleinere leveranciers het lastig te vinden om aan de bel te trekken. ‘Dat is die machtspositie: ondernemers vinden het moeilijk om dat aan te geven, maar mijn advies is om dat toch maar wel te doen.’

Het goede nieuws is dat de Rijksoverheid en de provincies hun betaalregime behoorlijk goed op orde hebben, anders dan gemeenten. Want bij gemeenten valt een relatief laks betaalgedrag op. ‘Het gemiddelde zegt niet zo veel, maar soms zie je betaaltermijnen van 100 tot 120 dagen’, meent Visser.

Facturen worden niet betaald door dreigende recessie

Hoe komt het dat een groot aantal bedrijven de facturen niet snel betaald krijgt? Een kwart van de finance professionals (24%) geeft aan dat het probleem ligt bij klanten met cashflowproblemen. Opvallend is dat door dertien procent de financiële onzekerheid veroorzaakt door het terugbetalen van NOW-steun als reden wordt genoemd.

Ook de al langere tijd dreigende recessie, en de financiële onzekerheid die dit met zich meebrengt, blijkt een grote rol te spelen. Volgens twintig procent is dat een veelvoorkomende reden dat klanten hun facturen niet betalen. Met die dreigende recessie in gedachten komt de DSO onder een vergrootglas te liggen. Een derde van de finance professionals zegt zich hier nu meer op te focussen dan voorheen. Nog eens zestien procent zegt dit nu nog niet te doen, maar dit wel als doel te hebben.

 

Detailhandel zet bijna 4 procent meer om in eerste kwartaal 2024

De detailhandel zette in het eerste kwartaal van 2024 bijna 4 procent meer om dan in dezelfde periode vorig jaar. Het verkoopvolume was 3,1 procent hoger. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe kwartaalcijfers over de detailhandel.

Ons land telt bijna 170 duizend bedrijven in de detailhandel (exclusief tankstations). Dat is 7,3 procent van alle Nederlandse bedrijven. Bijna 7 op de 10 detailhandelaren was een bedrijf met één werkzame persoon. In het eerste kwartaal zijn 98 bedrijven in de detailhandel failliet verklaard. Het aantal faillissementen onder detaillisten nam met ruim 14 procent toe vergeleken met het eerste kwartaal van 2023, toen werden 86 faillissementen uitgesproken. Het aantal faillissementen nam onder detailhandelaren minder sterk toe dan onder alle bedrijven (45 procent).

De omzetstijging in het eerste kwartaal kwam door hogere prijzen, én voor het tweede kwartaal op rij ook door een hoger verkoopvolume. Tussen het tweede kwartaal van 2022 en het derde kwartaal van 2023 wisten detailhandelaren weliswaar ook omzetgroei te realiseren, maar dit kwam alleen door hogere prijzen.

Aan het begin van het tweede kwartaal van 2024 oordeelden ongeveer evenveel detailhandelaren negatief als positief over het economisch klimaat in de komende drie maanden. Per saldo ruim -0,2 procent van de ondernemers verwachtte een verslechtering. In het tweede kwartaal van 2023 was dit per saldo nog ruim -4 procent.

Detailhandelaren waren daarmee pessimistischer dan gemiddeld. Per saldo 1,5 procent van alle ondernemers in Nederland is positief gestemd over het economisch klimaat in de komende drie maanden.

Meer omzet foodsector

In het eerste kwartaal steeg de omzet in de winkels in voeding en genotmiddelen met ruim 2 procent vergeleken met een jaar eerder. Zowel supermarkten als speciaalzaken – zoals kaaswinkels en slagerijen – behaalden een hogere omzet. Voor supermarkten gold wel dat de hoeveelheid verkochte producten afnam (met 0,3 procent) ten opzichte van hetzelfde kwartaal in het jaar ervoor. Bij speciaalzaken nam het verkoopvolume wel toe, met 1,3 procent.

In de non-foodsector nam de omzet met 4,5 procent toe ten opzichte van het eerste kwartaal van 2023. Er werden ook meer goederen verkocht (4,8 procent). Vooral drogisterijen, kledingwinkels en winkels in schoenen en lederwaren verkochten meer. Bij winkels in consumentenelektronica en winkels in overige huishoudartikelen – zoals meubels en verlichting – daalde de omzet.

Meer online omzet

In het eerste kwartaal nam de online omzet van detailhandelaren toe met 3,8 procent vergeleken met dezelfde periode een jaar eerder. Bij winkels die alleen online verkopen groeide de omzet in het eerste kwartaal van 2024 met ruim 5 procent. Bij detaillisten die hun producten zowel online verkopen als via een fysieke winkel, ook wel multichannelers genoemd, nam de online omzet ook toe: met bijna 2 procent.

Het Hoofdlijnenakkoord valt goed bij ondernemersorganisaties

Met name de nadruk op stabiel beleid, het verdienvermogen en de herintroductie van degelijke budgettaire spelregels spreekt aan. De ondernemersorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland gaan daarom in op de uitnodiging tot verdere uitwerking vann het akkoord met kabinet en de wernemersbonden. Dat moet dan onder meer gaan om het ondernemersklimaat weer te versterken en gerichte investeringen in de regio. ‘Alleen zo creëren we stabiliteit en zekerheid die ondernemers nodig hebben om te kunnen investeren in de grote opgaven,’ zo laat MKB-Nederland in een persbericht weten.

In het Hoofdlijnenakkoord presenteren de vier partijen een aantal positieve uitgangspunten, meet MKB-Nederland. Zo kunnen burgers lastenverlichting tegemoetzien en moet werken weer beter gaan lonen. Ook is er duidelijke aandacht voor de rol van het ondernemerschap en bedrijfsleven voor ons verdienvermogen, wordt gesignaleerd.
Positief is de ondernemersorganisatie ook over het niet doorgaan van eerdere fiscale plannen, zoals de belasting van inkoop van aandelen, verhoging van box-2, de versobering van de mkb-winstvrijstelling en de extra verhoging van de CO2-heffing en energiebelasting. Dit zou schadelijk zijn geweest voor het ondernemings- en investeringsklimaat, zo wordt gemeend.

Investeringen in wonen, de regio en bereikbaarheid

MKB-Nederland vindt het een goede zaak dat er volop aandacht is voor de bouw van nieuwe woningen, versterking van de infrastructuur en de bereikbaarheid in de regio:  ‘Met nieuwe strategische investeringsagenda’s met afspraken over wonen, bereikbaarheid, onderwijs en economie kan hier straks daadwerkelijk een goede invulling aan worden gegeven waar ondernemers graag over meedenken en aan bijdragen. Zo zijn de Lelylijn en de Nedersaksenlijn belangrijk voor de versterking van regio’s in onder meer in Oost- en Noord-Nederland.’

Arbeidsmarkt en pensioen

VNO-NCW en MKB-Nederland verwelkomen de inzet om meer grip te krijgen op arbeidsmigratie, evenals de stevige aanpak van misstanden met arbeidsmigranten conform de adviezen van de commissie Roemer. ‘Wel is belangrijk dat we als land de vakkrachten, het technisch talent en de internationale studenten kunnen blijven aantrekken die we nodig hebben voor bijvoorbeeld de woningbouw, innovatie, digitalisering en de energietransitie’, merkt MKB-Nederland op.

De bepleite betere aansluiting van beroepsonderwijs en arbeidsmarkt wordt door de ondernemersorganisaties toegejuicht. Net zoals de nieuwe pensioentransitie die doorgang vindt. Ook gaan de ondernemersorganisaties ervan uit dat de afspraken in de SER voor een robuuste en eerlijke arbeidsmarkt (SER MLT) verder worden uitgewerkt.   

Energietransitie en stikstof

Het nieuwe kabinet gaat voor draagbaar, haalbaar en uitvoerbaar energie- en klimaatbeleid. MKB-Nederland: ‘Het is belangrijk dat het Klimaatfonds en de maatwerkaanpak worden voortgezet, zodat bedrijven en de industrie investeringszekerheid hebben en houden. Vragen leven er wel in sectoren over verschillende beleidswisselingen rond o.a. warmtepompen en de zero-emissiezones. Het akkoord vraagt verder terecht aandacht voor de hoge energie- en elektriciteitsprijzen in ons land voor bedrijven ten opzichte van buurlanden. Dit verdient nog wel nadere uitwerking.’

Bij het aangekondigde stikstofbeleid is met name voldoende ruimte voor economische ontwikkeling cruciaal. Vergunningen voor o.a. energietransitie, woningbouw en infrastructuur moeten weer mogelijk worden waar stikstof dat nu in de weg staat.

Het komt aan op verdere uitwerking

Volgens de ondernemersoranisaties zijn met name de komende maanden belangrijk. Zo moeten veel thema’s en voorstellen nog nader worden uitgewerkt in concrete beleidsprogramma’s. ‘Aandacht voor de uitvoering en stabiliteit van beleid is daarbij cruciaal.’    

Handelsmissies helpen ook mkb’ers met hun internationale kansen

Handelsmissies vergroten de kans van deelnemende bedrijven om te gaan handelen met of investeren in het land dat wordt bezocht. Dat blijkt uit onderzoek dat het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft gedaan in opdracht van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Opvallend: handelsmissies zijn er niet alleen voor grote bedrijven.

Handelsmissies kunnen bedrijven helpen om contacten te leggen en nieuwe buitenlandse markten te verkennen en te betreden. In de periode 2008-2022 hebben ruim 4 duizend verschillende Nederlandse bedrijven minimaal een keer deelgenomen aan 192 verschillende handelsmissies onder leiding van een minister of staatssecretaris.

Missiedeelname verhoogt de kans dat bedrijven gaan handelen met het bestemmingsland met ruim 7 procent en de kans dat zij er gaan investeren met 2 procent. Na deze ondersteuning zijn deze nieuwe handelaren vervolgens net zo succesvol als onafhankelijke starters. Startende investeerders die na een handelsmissie gingen investeren, blijven zelfs significant langer actief in het bezochte land dan bedrijven die zijn gaan investeren zonder die markt eerst bezocht te hebben middels een handelsmissie.

 

Handelsmissies niet alleen voor grote bedrijven

Gemiddeld was twee derde van alle missiedeelnemers in de periode 2008-2022 een zelfstandig midden- of kleinbedrijf. Dit aandeel is door de jaren heen gegroeid van 63 procent in 2010 naar 75 procent in 2022. Zelfstandige mkb’ers hebben gemiddeld een grotere kans om binnen twee jaar na een missie te beginnen met handelen dan grootbedrijven: 8,9 procent tegenover 6,2 procent.

Zelfstandige mkb’ers hebben dus het meeste te winnen bij deelname aan een handelsmissie. Dit is logisch, gezien het doel van handelsmissies, namelijk om informatie in te winnen over bijvoorbeeld mogelijke leveranciers, afzetmarkten of lokale regelgeving. Voor bedrijven met de grootste informatieachterstand is doorgaans de meeste winst te behalen, zo blijkt uit dit en vergelijkbaar academisch onderzoek.

 

Volgens het CBS hebben zelfstandige mkb’ers het meeste te winnen bij deelname aan een dergelijke handelsmissie.

Enkele resultaten uit het onderzoek:

  • Missiedeelname verhoogt de kans dat bedrijven gaan handelen met het bestemmingsland met ruim 7%.
  • Binnen 2 jaar begint bijna 9% van de zelfstandige mkb’ers met handelen met het bestemmingsland.

Interesse in handelsmissies met bewindspersonen?

Momenteel staan 2 handelsmissies met bewindspersonen op stapel:

 

Digitale economie: doorschakelen of achterblijven

Column door van Stijn Butselaar*

Hoewel ik niets met auto’s heb moet ik bij onze digitale economie wel eens denken aan een Formule 1-auto. Want: we hebben een prima infrastructuur en een redelijk draaiende digitale economie, maar we zien ook dat we in Europa op het gebied van digitale technologie zijn ingehaald. Zo dreigen we onze goede positie te verliezen en worden we minder aantrekkelijk voor bedrijven die voor hun business steeds afhankelijker zijn van digitale middelen. Daar moet dus aan gesleuteld worden. Onder meer door te investeren in kwantum en artificial intelligence (AI). Die weg waren we al met het Groeifonds ingeslagen. Ik zeg ‘waren’, want de toekomst van het fonds is onduidelijk.

Scheuren in het wegdek

Nu wordt er door de private sector stevig in de digitale infrastructuur geïnvesteerd. Dan is het zaak dat er door lokale overheden ruimte wordt gecreëerd voor digitale netwerken en datacentercapaciteit. Helaas zien we daar wat scheuren in het wegdek. Het blijkt bijvoorbeeld moeilijk om ruimte te vinden voor datacenters en medewerking van instanties te krijgen voor het plaatsen van antennes. Zo wordt het lastig om snelheid te maken.

Mkb heeft zetje nodig

Ook is er aandacht nodig voor het mkb, als motor van de economie en bron van innovatie. Binnen het mkb liggen grote kansen om door digitalisering te zorgen voor een hogere productiviteit. Maar dat gaat niet vanzelf. Voor kennis en middelen is het mkb aangewezen op andere partijen, en veel kleinere bedrijven hebben een zetje in de rug nodig om überhaupt stappen te kunnen maken in digitalisering.

Talent achter het stuur

En net als in de Formule 1 is ook in onze digitale economie de menselijke factor uiteindelijk bepalend voor succes. Er is voldoende digitaal talent nodig. Dat kan door meer instroom van universiteiten, maar ook door het aantrekken van talent uit het buitenland. Op dat gebied moeten we wel kunnen concurreren met het buitenland.

Winnend over de streep

Dus ja, er zijn de nodige zorgen als we onze digitale economie winnend over de streep willen zien komen. Dat vraagt om goede samenwerking tussen bedrijfsleven en overheid, én een politiek die ons scherp houdt. Bijvoorbeeld deze week, als de Tweede Kamer zich over de digitale infrastructuur buigt. Hoe blijven we in de race?

*Stijn van Butselaar is Strategisch beleidsadviseur digitalisering bij werkgeversorganisatie VNO-NCW/MKB-Nederland.

Loonkostenstijging voor veel ondernemers nauwelijks te dragen

Ondernemingsorganisatie VNO-NCW wil dat er een streep wordt gezet door de voorgenomen extra verhoging van het wettelijk minimumloon (WML) per 1 juli aanstaande. Volgens VNO-NCW is het minimumloon de afgelopen anderhalf jaar al zo sterk gestegen – met percentages tot meer dan 30% – dat het voor veel, met name kleinere bedrijven nu al bijna niet meer op te brengen is. Bovendien stijgen de werkgeverslasten veel harder dan wat werknemers netto van die WML-verhogingen overhouden.

Wettelijk minimumloon gestegen

De koopkracht van de mensen op het niveau van het wettelijk minimumloon heeft de afgelopen jaren veel aandacht gekregen in de politiek en aan de cao-tafels. En gezien de hoge inflatie was dat terecht, aldus VNO-NCW en MKB-Nederland. Er is sindsdien ook al veel gebeurd: het WML is in ruim een jaar tijd met 18 tot 31% gestegen. Het is de optelsom van reguliere, halfjaarlijkse indexaties, de bijzondere verhoging van het WML met 8,05% per 1 januari 2023 en de invoering van het wettelijk minimumuurloon sinds 1 januari van dit jaar, die afhankelijk van de werkweek tot een stijging van meer dan 10 procent leidt.

Onverantwoorde loonkostenstijgingen

De ondernemingsorganisaties wijzen erop dat het steeds extra verhogen van het WML voor veel ondernemers tot onverantwoorde loonkostenstijgingen leidt, en zeker in bepaalde arbeidsintensieve sectoren waar de winstgevendheid al onder druk staat. ‘Dit soort interventies vanuit de politiek heeft ook steeds meer impact aan de cao-tafels, waar de onderhandelingsvrijheid in sommige sectoren vrijwel wegvalt. Het geeft bovendien een opwaartse druk op het gehele loongebouw.’
Een ander gevolg is het verlies van circa 40.000 banen, zo laat een evaluatie van het ministerie van SZW van de WML-verhogingen van dit en vorig jaar zien. Het gaat dan om mensen die vaak het lastigst werk vinden en die waarschijnlijk juist zijn gebaat bij de zekerheid van een baan. Volgens De Nederlandse Bank leveren de gestegen loonkosten de afgelopen tijd ook de belangrijkste bijdrage aan de binnenlandse inflatie.

Werkgeverslasten veel harder gestegen dan netto loon

VNO-NCW en MKB-Nederland concluderen dat de WML-verhogingen van de afgelopen tijd voor ondernemers te snel en te hard zijn gegaan. Wat daarbij vooral ook steekt is dat hun loonkosten daarmee veel harder zijn omhoog zijn gegaan dan wat hun werknemers netto in de portemonnee overhouden. De totale werkgeverslasten voor het minimumloon (inclusief de voorgenomen extra verhoging met 1,2%) stijgen in ruim een jaar met 6.132 euro, waarvan de werknemer slechts 3.680 euro overhoudt.

Verlagen belasting- en premiedruk

Volgens de ondernemingsorganisaties is het verlagen van de belasting- en premiedruk een veel effectiever en houdbaar instrument om de koopkracht van deze groep werknemers te verbeteren. Dan houden ze netto meer over, hoeven de lasten voor ondernemers niet nóg verder omhoog en wordt (meer) werken ook nog eens aantrekkelijker.

Bron: VNO-NCW

Overheid bindt strijd aan tegen AI gedreven cybercrime

De tools die gebaseerd zijn op Artificial Intelligence (AI) worden steeds toegankelijker. Hiermee neemt ook de dreiging van AI-gestuurde cybercriminaliteit toe. Met het bekende ChatGPT, dat inmiddels zo’n 110 miljoen actieve gebruikers heeft, kunnen individuen redelijk eenvoudig tekst, beeld, codes en scripts produceren. Volgens het vaktijdschrift Emerce leidt dit tot een toename van hacks, phishing-mails, malware, identiteitsfraude, deepfakes en ransomware.

De overheid heeft een belangrijke stap gezet door het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (het CCV) opdracht te geven voor het ontwikkelen van een keurmerk voor ICT-dienstverleners. Met zo’n keurmerk kan het mkb zich beter te wapenen tegen de snel groeiende dreiging van cybercriminaliteit. 

 

 

Voor grote en kleine bedrijven vormt phising de grootste bedreiging. Phising mails lijken afkomstig van betrouwbare bedrijven, maar zijn dat in werkelijkheid niet. Het doel van deze e-mails is om je te misleiden zodat je persoonlijke informatie deelt, zoals wachtwoorden of bankgegevens. En de cijfers liegen er niet om. Volgens Emerce is ongeveer negentig procent van alle cybersecurity incidenten bij bedrijven is terug te voeren op een phishing e-mail.

Cybercrime aangejaagd door AI is in hoog tempo een duidelijk verdienmodel geworden. De cyberciminelen worden daarbij steeds vindingrijker. Ze maken inmiddels gebruik van eigen taalmodellen vergelijkbaar met ChatGPT. Tools als WormGPT, FraudGPT, maar ook DarkBart, de darkweb-variant van Google’s AI-model Bart, vormen een concrete dreiging. Vorig jaar werd door het mkb 14.000 keer aangifte gedaan van een cyberincident. De schade voor het mkb van een phishing incident gemiddeld 270 duizend euro. De totale schade van cybercrime voor de Nederlandse maatschappij schat Rabobank vorig jaar zo’n 10 miljard euro.  

Mkb-bedrijven zijn kwetsbaar en vaak niet goed in staat om zich zelfstandig volledig tegen cybercriminaliteit te wapen. Terwijl een cyberveilig mkb steeds belangrijker wordt voor de Nederlandse economie en samenleving. Vooral bedrijven in kritieke sectoren als energie of gezondheidszorg lopen gevaar, maar ook bedrijven die onderdeel uitmaken van een leveranciersketen van grotere organisaties als defensie. Een onveilig mkb kan daarmee de stabiliteit van zo’n hele keten of zelfs de economie beïnvloeden.

Het Nationaal Politielab AI (NPAI) poogt de groeiende cyberdreiging het hoofd te bieden en  bedrijven in het mkb te helpen die slachtoffer zijn of dreigen te worden van cybercriminaliteit. De enorme analytische capaciteit van AI wordt daarbij ingezet om afwijkende patronen in data te herkennen en codes te begrijpen of te analyseren zodat malware eerder ontdekt kan worden. Er wordt gewerkt aan de voorspelbaarheid van een cyberaanval worden en het voorkomen ervan.

Meer informatie over advies cybercrime.

Of neem abonneer op de CCV-nieuwsbrief.